Kantsoorten

> Kantsoorten >

Kant,

 

Heden ter dage onderscheiden we nog vier voorname technieken van kantproductie in Vlaanderen, het noordelijke deel van België.

 

Een eerste kantsoort is de kloskant, specialiteit van Brugge, kantstad bij uitstek. Het is een zeer delicate kantsoort vervaardigd met klosjes en linnen of katoen draad.

Vervolgens heeft men de lintjes kant vooral gemaakt in de streek rond Aalst. In deze streek maakt men ook de "princessekant", welke een applicatie is van kant op een tule.

Een laatste kantsoort is naaldkant eveneens gemaakt met linnen draad doch niet met klosjes maar enkel met een naald.

 

De kantindustrie is er één van thuisarbeid. De vrouwen tussen 60 en 90 jaar oud, werken de stukken thuis af en brengen ze na afwerking naar

de kant manufacture waar ze zonodig verder gefinaliseerd worden.

 

Hieronder geven we U een beschrijving van de meest voorname kantsoorten.

 

 

 

 

Kloskant,

 

Deze typische kant soort wordt gemaakt op een kantkussen waarop het patroon wordt  vastgespeld.

Men bevestigt bovenaan het patroon de klosjes waarvan er twee de "lopers" genoemd worden. 

Deze lopers gaan van rechts naar links en omgekeerd en weven als dusdanig het motief.

Op het einde van een lijn wordt de draad vastgebonden dmv een speldje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Naaldkant,

 

Deze kantsoort wordt gemaakt door middel van een naald en draden. Ze wordt beschouwd als de meest fijne kantsoort.

Het patroon wordt eerst op een stuk papier getekend en verstevigd door er een stuk stof aan vast te maken. Vervolgens wordt eerst de omtrek geborduurd die dan opgevuld wordt met verschillende fijne steekjes. Later worden deze omtrek lijnen nogmaals versterkt doormiddel van een knoopschatssteek deze draden over te naaien.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Princesse kant,

 

Deze kantsoort wordt veelal gebruikt om trouwvoiles, doopjurken en andere ceremoniële stuken te vervaardigen. Men gebruikt een machinaal vervaardigde tule als basis waarop dan bloempjes, blaadjes en takjes met de hand worden opgenaaid. Deze worden later met een siersteek verbonden,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Lintjeskant,

 

Deze kant, ook wel Brusselse of renaissancekant genoemd, wordt niet gemaakt op een kussen doch wel op een papier. Het motief wordt op een papier getekend waarop de kantwerkster met grote steken de machinaal vervaardigde linten naait. Vervolgens dient ze deze linten met fine steken aan elkaar te naaien om het geheel daarna met fantasiesteken op te vullen. De eerste grove steken worden weggenomen (gesplit) opdat het stuk van het papier zou loskomen. Deze kantsoort wordt veelal gebruikt voor tafelkleden, onderleggers en kleding.